straal

straal¹{{/term}}

〈de〉

1 [algemeen]rayon 〈m.〉

2 [stroom vloeistof, gas] jet 〈m.〉

♦voorbeelden:

1   de straal van een cirkel • le rayon d'un cercle

     〈figuurlijk〉 er is geen straaltje hoop meer • il n'y a plus une lueur d'espoir

2   een straal bloed • un flot de sang

————————

straal²{{/term}}

〈bijwoord〉

1 [volgens een rechte lijn] tout droit

2 [volkomen] ↑totalement

♦voorbeelden:

1   hij spuugde hem straal in zijn gezicht • il lui cracha en plein dans la figure

2   ze negeerde hem straal • elle l'ignora totalement

     iemand straal voorbij lopen • dépasser qn. sans se retourner

Deens-Russisch woordenboek. 2015.